Het algemene doel van ECO is: Bijdragen aan de verduurzaming van het energiegebruik in de samenleving. In het bestuur van ECO wordt nagedacht over mogelijkheden om in Oldemarkt andere duurzame initiatieven op te starten of deze te stimuleren.
Het bestuur van ECO is bezig met nieuwe initiatieven:
- Laadpalen en elektrische leenauto’s
- Energieopslag
- Ecologische inrichting braakliggende industrieterreinen
- Voorlichting over verduurzamen eigen woning
Andere ideeën zijn natuurlijk van harte welkom.
Laadpalen en elektrische deelauto’s
Laadpalen
Naarmate de elektrische auto steeds verder oprukt, wordt ook de behoefte steeds groter aan (openbare) laadpalen die een auto snel kunnen opladen. ECO stimuleert de uitbreiding van het aantal openbare oplaadpunten voor elektrische auto’s en – fietsen. Er wordt hierin samengewerkt met de Plaatselijk Belangen van Oldemarkt en Ossenzijl.
Inmiddels staan er een beperkt aantal openbare laadpalen in Oldemarkt, bijvoorbeeld aan de Burgemeester Kuiperslaan en bij Klaster Auto’s aan de Industrieweg. Door de inzet van Plaatselijk Belang Oldemarkt is een laadpaal geplaatst bij het Marktplein en één op de parkeerplaats bij Dalzicht.
Elektrische deelauto
Mede dankzij de ondersteunende activiteiten van ECO is in Oldemarkt een deelauto beschikbaar. Voor actuele informatie wordt verwezen naar: <Deelauto’s in Steenwijkerland>
De kosten bedragen:
– voor een basisabonnement Compact € 10,- per maand
– voor gebruik van de auto € 3,50 per uur en € 0,30 tot € 0,40 per km, afhankelijk van het abonnement.
Opslag van elektrische energie
Eén van de grote opgaves bij de energietransitie (van elektriciteitsproductie met fossiele brandstoffen zoals olie en gas naar opwekking van wind- en zonne energie) is het probleem van schommelingen in die productie (de zon schijnt niet altijd of soms zoals in de afgelopen april en mei maand heel uitbundig. Soms is er veel wind soms waait het niet).
Daarom wordt er door veel partijen gezocht naar mogelijkheden van energieopslag, bijvoorbeeld in batterijen of door de productie van waterstof. Een methode van energiewinning die al lang bestaat (vooral in bergachtige landen) is hydro-energie waarbij water uit een stuwmeer wordt gebruikt om een turbine aan te drijven. De turbine drijft vervolgens een generator aan waarmee stroom wordt opgewekt. Maar inmiddels wordt -op momenten dat er een groot aanbod van wind- of zonne-energie is- die “overtollige” energie gebruikt om stuwmeren weer vol te pompen, waarna op een ander moment dat stuwmeer weer gebruikt kan worden voor het opwekken van energie.
De ontwikkelingen staan echter niet stil. Inmiddels zijn er turbines die ook met relatief kleine hoogteverschillen energie kunnen opwekken. De Energie Coöperatie Dommelstroom heeft dat in het riviertje de Dommel in Brabant al in praktijk gebracht (zie www.dommelstroom.com ).
ECO stelt zich nu de vraag of we wat met hydro-energie kunnen ten behoeve van energieopslag. Er wordt daarbij gekeken naar de polders Wetering oost en -west tussen Oldemarkt en Scheerwolde. In delen van de beide polders is een aantal jaren geleden een natuurgebied aangelegd met als tweede doel de opslag van water in periodes van hevige regenval (een zogenaamd retentiegebied). In essentie is nu het idee van opslag van energie als volgt: Gebruik “overtollige” zonne-energie om water vanuit het natuur/retentiegebied op te pompen naar het hoger gelegen waterpeil van de boezem en laat het water via een turbine in omgekeerde richting stromen op het moment dat er een energiebehoefte is, die niet via wind- of zonne-energie kan worden ingevuld.
De eerste stap die gezet zou moeten worden is het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie:
– Past het binnen de ecologische randvoorwaarden van het gebied: je wilt natuurlijk niet dat te grote peilschommelingen de natuurwaarden om zeep helpen.
– Is het concept technisch uitvoerbaar?
– Is het concept financieel haalbaar of is het technisch wel mogelijk, maar financieel een rampenplan?
Links om of rechtsom: een innovatief plan dat het de moeite waard is onderzoeken, waarbij de rol van ECO vooralsnog beperkt zal blijven tot initiatiefnemer en aanjager.